Voor kinderen in groep 8 is de doorstroomtoets van 2026 een belangrijke. Het is de laatste toets die ze maken op de basisschool en deze toets weegt zwaar mee bij het schooladvies. Wat houdt de doorstroomtoets nu precies in, welke vakken komen er aan bod, hoe zit het met het definitieve schooladvies, en hoe kun je de doorstroomtoets 2026 oefenen met je kind?
We leggen het je hieronder allemaal uit.
Om de basisschool af te sluiten en om te bepalen of kinderen op het gewenste niveau uitstromen, is er de doorstroomtoets. De doorstroomtoets wordt ook wel eindtoets genoemd. Er zijn op dit moment zes aanbieders van een doorstroomtoets en scholen zijn feitelijk vrij zelf een keuze te aken uit die zes toetsen. De meeste scholen houden vast aan het leerlingvolgsysteem (lvs) dat ze volgen. De zes doorstroomtoetsen (en hun eventuele lvs) zijn:
Leerling in Beeld (van het Cito lvs)
IEP (van het IEP lvs)
Dia (van het lvs van Diataal)
Zonder eigen leerlingvolgsysteem:
AMN
DOE
Route 8
De DOE-toets wordt ook wel gezien als de overheidsdoorstroomtoets, een toets uitgegeven door het Ministerie van Onderwijs.
In 2026 wordt de doorstroomtoets afgenomen tussen 26 januari en 15 februari. De papieren toets vindt plaats op 3 en 4 februari.
Het is afhankelijk van de toets die een school kiest en een datum in de agenda wanneer jouw kind de doorstroomtoets maakt. De meeste scholen hebben deze data wel in de kalender staan en weet je dus bij aanvang van een schooljaar.
Er worden op de eindtoets drie vakken getoetst, te weten rekenen, spelling en begrijpend lezen. De toetsen worden gespreid afgenomen. Zo zal er eerst rekenen worden getoetst, dan taalverzorging en dan begrijpend lezen. De volgende dag zal het ongeveer net zo gaan.
Kinderen in groep 8 moeten goed kunnen rekenen. Om dat na te gaan wordt er tijdens de doorstroomtoets getoetst op de domeinen verbanden, verhoudingen, meten/ meetkunde en ruimtelijk inzicht.
Dat betekent dat vrijwel alles voorbij komt. Van contextsommen met grote getallen tot kleine getallen, achter de komma, van breuken en procenten tot rekenen met maten, gewichten en het metrieke stelsel. Ruimtelijk inzicht wordt getoetst evenals het juist hanteren van verhoudingstabellen en grafieken.
In groep 8 moeten leerlingen goed kunnen spellen. Ze moeten de grammaticaregels kennen, woorden kunnen vervoegen (werkwoordspelling) en kennis hebben van interpunctie (hoofdletters en leestekens). Dat wordt allemaal getest in de toetsen taalverzorging. Hierbij wordt gelet op categoriewoorden, werkwoorden, zinsontleding, woordsoorten, grammatica en interpunctie. Kinderen moeten dictees schrijven, maar ook aangeven welke woorden goed en fout geschreven zijn. Tevens moeten ze aangeven wat een juist gebruik van hoofdletters, punten, komma’s en puntkomma’s is.
Het laatste vak dat getoetst wordt is begrijpend lezen. Dit vak is van groot belang. De toetsscore hangt hier voor een belangrijk deel van af, omdat begrijpend lezen een vaardigheid is die kinderen op de middelbare school nodig hebben en verder gaan ontwikkelen.
Begrijpend lezen gaat over het begrijpen van gelezen teksten, het vergelijken van teksten, het doorzien van boodschappen, doelen van de schrijver en het tussen de regels door kunnen lezen. Zo kan bepaald worden of er een reclametekst, opinietekst over brochuretekst gelezen is en wat het doel daarvan is. Signaalwoorden, verwijswoorden, argumenten, meningen, feiten en tekstverbanden staan allemaal centraal in de toetsen van begrijpend lezen.
Na een paar weken is daar de uitslag van de doorstroomtoets met een eigen toetsscore. Die toetsscore geeft aan welk niveau volgens de toets passend wordt geacht bij een kind. Er wordt dan onderscheid gemaakt in de vmbo-niveaus basis, kader en tl, havo en vwo atheneum of vwo gymnasium.
De toetsscore is bepalend voor het schooladvies. Wanneer de toets hoger wordt gemaakt, heeft dat consequenties.
Wanneer een kind met een vmbo-tl advies een toetsscore van havo krijgt op de toets, zal de school het advies aanpassen naar boven. Dat betekent dat een kind dus van vmbo-tl naar havo gaat en in een andere brugklas terecht komt. Ieder jaar worden op deze manier veel kinderen nog een niveau hoger geplaatst dan eigenlijk door de basisschool was geadviseerd. Een groot voordeel van de doorstroomtoets, want dit voorkomt kansenongelijkheid en advisering op basis van aannames.
Wil jij alles uit de kan halen en de doorstroomtoets 2026 oefenen met je zoon of dochter? Dan is het goed om te weten dat je niet de enige bent. Jaarlijks oefenen tienduizenden ouders met hun kind voor de doorstroomtoets. Daar hebben ze de volgende redenen voor:
Door lesuitval en wisseling van leerkrachten is er jaren geen kwalitatief onderwijs gegeven;
Oefenen geeft ouders de mogelijkheid de ontwikkeling van hun kind vorm te geven en te controleren;
Ze zijn het niet eens met het schooladvies en menen dat hun kind te laag geadviseerd is;
Door te oefenen wordt uitval op bepaalde vakken tijdig gezien en kan er nog naar gehandeld worden;
Kinderen willen zelf oefenen, zodat ze weten wat er tijdens de echte toets van ze verwacht wordt;
Door te oefenen raken kinderen zekerder van zichzelf en maken ze de toets met meer vertrouwen;
Kinderen die oefenen scoren doorgaans hoger op de doorstroomtoets dan kinderen die niet oefenen.
Wanneer je van plan bent te oefenen voor de doorstroomtoets van 2026 is het belangrijk te beseffen dat er op internet veel foutief materiaal rondgaat. Zeker op sociale media gaan toetsboekjes rond die de lading niet dekken en die niet voorbereiden op de stof van de toets. Het gaat om verouderd materiaal van bijvoorbeeld Cito of IEP, nog voor er daadwerkelijk een doorstroomtoets bestond. Wil je zeker weten dat je met het beste oefenmateriaal aan de slag gaat? Zorg dan dat je een goed oefenboek aanschaft.
Het oefenboek “Doorstroomtoets oefenen” van kwaliteitscoördinator, taal- en rekenspecialist Ruud van den Berg (voormalig onderwijsadviseur) wordt al jarenlang door ouders gebruikt om de doorstroomtoets te oefenen. Het grootste voordeel van dit oefenboek is dat het ieder jaar wordt herzien en zo nodig aangepast naar de nieuwste toetsen. Met het oefenboek heb je dus altijd het meest recente materiaal in handen.
Het boek bereidt kinderen voor alle vakken: rekenen, taalvaardigheid en spelling;
Ruim 700 unieke opgaven;
Inclusief antwoorden;
Met extra uitdagende opgaven, voor net wat meer uitdaging;
Het meest complete oefenboek voor de Doorstroomtoets;
Samengesteld door leerkrachten.